Sorry dat ik wodka naar je gooide: “Het is eigenlijk te idioot voor woorden”
Mijn hart bonsde hard, hoog in mijn borst. De adrenaline schoot met hoge snelheid door mijn lijf, en spijt schoot er achteraan. Het lege glas in mijn handen kneep ik bijna samen. Bijna, net niet. En dat was maar goed ook, want anders moest ik ook nog bloed van de grond rapen, vlak naast het hoopje onmacht wat ik er net – letterlijk – uit gooide. Alhoewel, dat droop momenteel nog langs mijn vriendin, de muur en andere geraakte objecten.
Het is eigenlijk te idioot voor woorden, dat een mens zoveel emotie kan voelen en als reactie daarop dan maar met iets gaat gooien. Of erger nog, gaat vechten. Dat gebeurt zelfs in de politiek. Regelmatig duikt er weer een filmpje op van vechtende politici. Rutte en Wilders matten niet trouwens, daar zijn we in Nederland te behouden voor. Het zijn vrijwel altijd politici uit andere landen. Ik heb die avond niet gevochten, geen zorgen.
Als kind had ik er een handje van, om met dingen te gooien als iets me niet aanstond. Het hoefde niet per se iets te zijn wat door de lucht vloog, een deur fungeerde ook prima. Zodoende was ik eens zo kwaad op de kraamverzorger omdat ze ging stofzuigen terwijl ik in mijn hoek op de bank TV lag te kijken, dat ik woest ben weggelopen en de deur snoeihard dicht sloeg. Het arme mens deed niets kwaad, maar ze zat ontiegelijk in mijn allergie. Ik was toen bijna 6.
Als puber kwam ik met een miniatuur van de Sagrada Família terecht op Dublin, waar een gouden hotel op was gebouwd. Een enkele seconde later moest het Monopoly Europa editie spelbord het ontgelden, evenals vlak daarna de stoel waar ik op zat. Deze had ijzeren poten. Een uur daarna zat ik in een rolstoel in het ziekenhuis, want er was een kans erin ik een van mijn middenvoetsbeentjes gebroken had. Dat bleek na een middagje ziekenhuis niet het geval, maar de weken daarna kon ik er amper op staan. Dat gebeurde in de zomer dat ik 15 was.
Het was nu vlak na 03.00 en ik stond in de keuken van het huis waar mijn vriendin en ik sinds kort samenwonen. In het lege glas wat ik in mijn hand had, had tot een paar seconden geleden wodka met spa-rood ingezeten. Niet het hele glas was gevuld geweest, ongeveer de helft. Van een discussie waren we in een ruzie beland en in die ruzie voelde ik ineens zó veel, dat ik woest was weggelopen. In de tijd dat ik opstond zei zij nog iets, ik zou niet eigenlijk niet weten wat en dat raakte me schijnbaar zo dat ik zonder ook maar heel eventjes na te denken de inhoud van mijn glas richting haar en de spullen achter haar gooide. Ik was toen 27 jaar.
Mijn hart bonsde hard, hoog in mijn borst. Spijt schoot door mijn lijf, vlak na de adrenaline, gevolgd door woede. Hoe haal je het nou weer in je kop de inhoud van je glas door de lucht te werpen? Hoe haalt zij het in haar kop nog even zo’n opmerking te maken? Er speelde die nacht een tweestrijd van ongekend niveau in de keuken af. Die tweestrijd duurde nog geen vijf seconden.
Ik stormde terug de woonkamer in en voelde me een kind die sorry van haar moeder moest zeggen terwijl ze eigenlijk nog boos was. Alleen was ikzelf dit keer de verstandige moeder en boze kind in één. Maar ik deed het, gemeend.
“Het spijt me dat ik net wodka naar je gooide. Dat had ik nooit mogen doen.” zei een volwassen vrouw van 27 jaar. Die zin en dit moment hadden niet misstaan in een sitcom.
“Het geeft niet. Ik was blij dat het niet je glas was. Wel zonde van de wodka.” Geluk bij een ongeluk, ik had mijn vriendin amper geraakt. Het kozijn en de muur daarentegen, die hadden een goede sproei ontvangen.
Eind goed, al goed.
Nee, natuurlijk niet. We hebben na een kort vredes intermezzo de ruzie nieuw leven ingeblazen, maar in het uur dat volgde zwakte de ruzie af naar een discussie. De opbouw en afbouw zijn in principe hetzelfde, hoewel het vaak een stuk redelijker gaat. Na de discussie volgde het gesprek en reikte de een de ander de hand, waarna een glimlach en een kus volgde. Ruzie zullen we nog wel vaker hebben, als we het uiteindelijk maar goed maken. En gelukkig was het wodka met spa-rood en geen rode wijn.