Huilend over de Ceintuurbaan: ‘Het was je gelukt.’
Enkele weken geleden had je me een berichtje gestuurd dat je graag met me wilde afspreken onder het mom dat je dat boek wat ik je ooit had gegeven om te lezen zo graag wilde teruggeven, omdat je wist wat het verhaal en al die zelf geschreven notities voor me betekende. Maar als ik dat niet wilde, kon je het ook opsturen. We kunnen prima even een wijntje doen, had ik gereageerd. Achteraf gezien had je wat mij betreft dat boek kunnen wegpleuren.
Mijn tranen hield ik in bedwang toen ik vanaf het café, waar we buiten hadden gezeten onder een afkapping in de stromende regen, wegliep. Je had me gevraagd om nog eens om te kijken en dat had ik gedaan. Ik had er direct spijt van gehad. Mijn hakken tikten op de stenen, mijn ogen keken naar beneden, toen ik voor even opkeek, liep ik langs een man van Midden-Oosterse afkomst die voor een internetcafé – ja, echt waar – een sigaretje stond te roken. Heel even keek ik hem in zijn ogen, die ene milliseconde was voor hem voldoende om aan die onbekende vrouw, gekleed in zwart met tranen bijna over haar wangen te vragen: ‘Gaat het wel?’
Nee, het ging godverdomme voor geen meter, want het was je gelukt, maar dat probeerde ik – waarschijnlijk kansloos – te verbergen, dus ik knikte: ‘Ja, het gaat.’
Mijn hakken tikten weer verder en geleidelijk tikten er steeds meer regendruppels met ze mee.
Ik stak de kruising bij het Sarphatipark over, niet kijkend of de mogelijkheid er was, stootte tegen iemand aan, werd waarschijnlijk uitgescholden, maar liet dat gewoon even aan me voorbij gaan. Daarbij ik liep godverdomme huilend over de Ceintuurbaan.
Voor het eerst in jaren wilde ik niets liever dan alleen zijn, ik kon geen mens om me heen verdragen. Knap lastig in een stad als Amsterdam, en in zo’n drukke straat, maar om er nog een schepje bovenop te doen, natuurlijk precies op dat moment, daar tegen de stoep aan, stond zo’n bus met van die klote toeristen die allemaal braaf achter zo’n parapluutje aangaan. Ze stonden zo’n 10 meter voor me als een jonge vogels net uit de boom gedonderd voor de Blokker en het enige wat ik dacht was: Kunnen jullie allemaal niet gewoon even oprotten? Met ferme kracht wurmde ik mezelf door de kleine menigte, door de van zich geen kwaad bewuste onschuldige Aziaten heen.
Tranen gemengd met foundation, maar ik hield mezelf voor dat het regendruppels waren, want die kon ik ook niet tegenhouden. Enkel plaatselijk met een paraplu, maar ook die was net als ik stuk.
Het ging goed, het was niet nodig geweest, dus hoezo moest je dit emotionele monoloog per se op een regenachtige dag, zo begin winter, door mijn strot duwen? Ik dacht amper nog aan je, bekeek niet wat je deed. Tot dát berichtje over dat verdomde boek die ene dag plots in mijn scherm verscheen.
Je had tegen me gezegd dat je het knap vond dat ik geen contact met je had gezocht, dat je al die tijd niks van me had gehoord. Knap? Het was verdomme doodnormaal om iemand de ruimte te gunnen die wordt verlangd, ook al zet je je eigen belangen dan gewoon even aan de kant. Ik was niet degene die een paar maanden geleden niet meer wist wat ie wilde en alleen moest zijn. Die keuze kwam van jou, die had jij gemaakt. Je kan niet voor het een kiezen, maar het ander nog willen vasthouden. Je moet het laten gaan, zoals ik met jou had gedaan en opsodemieteren met dit soort instabiel gedraal. Had je het niet gewoon bij die liefdevolle, mooie herinneringen van die paar maanden samen kunnen laten? Was deze uitkomst het je waard?
Misschien wel, want je had net nog verbaasd gereageerd toen ik je zei dat ik er geen traan om had gelaten, dus ik moest toegeven: Het was je gelukt. Applaus. Chapeau. Ik liep dankzij jou niet dansend, stralend en lachend, maar huilend door de straten van Amsterdam.
Het was mooi geweest als er met deze dieptrieste scene een einde was gekomen aan dit verhaal, want zelfs toen vond ik je geen egoïstisch kutwijf.
Wat deed meer pijn: dit of die jongen van Tinder?
Ik denk dat het een ander soort pijn was en, misschien nog belangrijker, ik ging er anders mee om. Bij de man van Tinder heeft het maanden geduurd en ben ik vol in zelfdestructie gegaan. Hier liep ik huilend over de Ceintuurbaan en ben ik voornamelijk met mezelf bezig geweest. En geloof mij, dat is stukken beter dan de zelfdestructie. Liefs.