Door Schrijvers, Het Lief Dagboek, Mercedes Coco

Het is de liefde of het leven vieren: “Want bij het zien van deze foto zullen de vrouw en man altijd lachen”

Mijn lichtblauwe fiets stond steeds vaker stil, gebonden aan een stalen hek, maar vandaag ging ik naar de vishandel op de Nieuwmarkt. Als de tijd het toeliet, wat meer te maken had met mijn tijdsmanagement dan het tikken van de klok, ging ik lopen. Het was zo’n drie kwartier heen en logischerwijs ook weer terug, stevig doorstappen, niet lanterfanteren. Onderweg zou ik langs een viswinkel komen, waar ik waarschijnlijk ook gamba’s zou kunnen kopen, maar daar ging ik niet heen. Ik was er twee keer geweest waarvan één keer voor een oestermes en dat hadden ze niet. Het was niet de reden dat ik daar niet naar toe ging om gamba’s te kopen.
Als ik kaas ging halen ging ik het liefst naar de kaaswinkel in Zuid, maar ik moest toegeven dat ik sinds ik naar West was verhuisd het steeds vaker daar zocht. Dat had eveneens met tijd te maken, naar het Stadionplein fietsen kostte me 25 tot 30 minuten, heen en logischerwijs ook terug.
Het lopen naar de Nieuwmarkt duurde langer, ik zou vaker naar mijn vertrouwde kaaswinkel in Zuid moeten gaan. Vandaag had ik geen tijd, niet om te lopen naar de Nieuwmarkt. Ik haalde mijn fiets van het slot. Na een paar minuten fietsen beloofde ik mijn fiets redelijk buiten adem dat ik hem vaker zou pakken.

Vlak voor de brug waar de Haarlemmerdijk veranderde in de Haarlemmerstraat fietste ik langs de viswinkel met daartegenover de kaaswinkel, zo heette de winkel waar naast kaas ook brood en nootjes werden verkocht. Vandaag had ik geen kaas nodig, er lag nog voldoende in de koelkast.
De paar spetters die op mijn gezicht vielen terwijl ik langs het Victoria Hotel tegenover het centraal station fietste hadden me enkel geboeid als ik onderweg was geweest naar een afspraak en om deze reden make up op had gedaan, meer dan alleen wat streken mascara.

Op de brug boven het water tegenover het Victoria hotel stond een fotograaf. Ik keek naar rechts en begreep dat hij een beeld als dit wilde vastleggen. De wolken die van achter de panden op de Dam te zien waren maakten plaats voor zonnestralen. Dit gepaard met het Damrak als stilleven was haast idyllisch.
Ik hoopte dat de regen niet zou doorzetten, toen ik zag dat de fotograaf niet voor de binnenstad kwam. De bruidegom hielp zijn bruid de brug op om te schuilen onder een afdakje van een gesloten winkel. De fotograaf bleef in zijn rol en legde dit niet in scene gezette moment vast. Het geklede paar, beiden met een hand boven het hoofd, de regendruppels die moeiteloos hun weg langs de hand vervolgden. Het waren nog steeds een paar spetters, ze moesten lachen, het gezicht van de fotograaf kon ik door zijn camera niet zien. De foto’s van het bruidspaar in een lege binnenstad waren waarschijnlijk mooi, maar de favoriet van de fotograaf was deze. Waarbij een geposeerde scène plaatsmaakte voor hun jonge liefde aangewakkerd door hetgeen waar de mens geen zeggenschap over had, hij legde de toekomstige kostbare herinnering vast. Want bij het zien van deze foto zullen de vrouw en man altijd lachen. Ik passeerde de bruid, bruidegom en fotograaf, een paar straten later deed ik alsof het door mijn gedachte kwam dat het was gestopt met regenen.

Er stonden acht mensen voor me in de rij. Dat gaf onverwachte tijd om na te denken over het bruiloftsfeest van de man en vrouw. Ik wist niet of je voor of na je bruiloft foto’s maakte en of daar regels in waren, met die gedachte wist ik dat je pas na je bruiloft foto’s maakte, want anders zou de bruidegom de bruid al in haar jurk zien. Ik dacht na over hoe mijn eigen bruiloft eruit zou zien, laatste zei ik groot of met zijn tweetjes.

“Het wordt een gigantisch feest met al onze vrienden of wij met zijn tweetjes.” zei ik tegen haar in de keuken. Ik had pas op één oog mascara.
“Wist je dat dat het enige moment zal zijn dat al onze vrienden bij elkaar zijn?” hoorde ik haar zeggen. Er gingen verschillende gelegenheden door mijn hoofd, waarbij ik veel vrienden zag, vrienden van ons beiden, maar altijd ontbraken er wel een paar. Ik deed mijn best om een feest te bedenken met al onze vrienden, omdat ik er niet bij kon dat het er maar één zou zijn.
Er stond muziek op, daarom was ze niet aan het wachten op mijn reactie, nadat ik mascara op de wimpers van mijn andere oog gedaan had, zei ik een paar minuten later: “Ik denk dat je gelijk hebt.”
In de keuken stond een van de bovenste kastjes open, waardoor ik kon zien dat ze een glas afdroogde maar haar gezicht niet, ik wist dat ze me niet had gehoord. Toen bedacht ik me dat er een andere gelegenheid was, dat al onze vrienden bij elkaar zouden zijn.
“Als wij nog steeds een relatie hebben en een van ons twee gaat dood, komen al onze vrienden naar de begrafenis. Het is maar net wat eerder komt, het vieren van de liefde of het leven.””
Ze had me niet gehoord, er stond muziek op, maar sprak ik de woorden niet hardop.