Het Lief Dagboek, Mercedes Coco, Uncategorized

Feminisme is echt een goor woord: ‘Ik tuf het maar wat graag in je bek’

‘We zijn de afgelopen tijd best wel feministisch geworden en ik ben echt pro mannen.’
Die zin galmde door in mijn hoofd. Ik had net een telefoongesprek met een van de schrijfsters gehad en zij had dit als antwoord gegeven toen ik vroeg hoe ze het vond gaan bij ons platform.
Hoe krijgen we het voor elkaar dat een woord als feminisme nog steeds in vele hun gedachtegang gepaard gaat met het haten van de man? Direct na het uitspreken van die zin viel ik haar in de reden.
‘Sorry, ik kom er even tussendoor, maar we haten geen enkele man.’ Oké, fuck Thierry Baudet, maar je begrijpt wat ik bedoel.

Sterker nog: We houden van mannen. Ik hou van mannen en hun manieren.
Hoe een man me aankijkt, met me flirt en op me jaagt. Hoe hij vervolgens mijn nummer vraagt. Hoe hij de deur voor me open houdt, de deur van het restaurant wat hij heeft uitgekozen. Hoe hij een fles wijn voor aan tafel uitkiest en die voor proeft. Hoe hij me complimenteert met mijn verschijning en vooral mijn hakken. Hoe hij de rekening betaalt zonder dat ik er überhaupt naar heb kunnen kijken. Hoe hij me zoent als we eenmaal in het lantaarnlicht op straat staan. Hoe hij zegt dat we naar zijn huis gaan. Hoe hij me daar tegen de muur drukt, we beginnen met vrijen en hij me vervolgens grofweg gezegd, neukt.

Kleine notitie: Mijn sterrenbeeld is Leeuw en leeuwinnen zijn jagers.

Het leukste is om wat moeite voor iemand te willen doen, ik draai daar mijn hand niet voor om. Als ik je interessant vind, dan zal ik je dat laten weten. Ik bel je simpelweg op om te vragen wanneer ik je zie, wanneer we wat gaan eten. Soms ben ik wat creatiever, dan pak ik mijn telefoon en vraag ik, uit het niets, wat voor wijn je favoriet is. Jij vraagt of het uitmaakt welke soort, ik reageer: Nee, in het algemeen. Jij antwoordt met: Witte bourgogne! In de zon Chablis. Daarna reageer ik even niet. Ik zit namelijk op de fiets, op weg naar een wijnboer om daar een fles te halen van dat druivensoort. Ik haal direct een goed, uiteraard geen goedkoop, exemplaar. Ik stuur je een foto van de fles en schrijf: Ik heb me zojuist laten vertellen dat ik deze dan moest hebben, dus wanneer drinken we die op?

Enkele uren later was een reactie nog niet te bekennen, dus ik vertelde mijn vriendin over de situatie.
‘Maar mannen willen ook niet dat je op ze jaagt. Ze willen op jou jagen. Jij moet de prooi zijn.’
‘Hoezo moet ik de prooi zijn? Dit is toch best een goeie actie?’
‘Ja, als een man dit had gedaan hadden we het geprezen, maar van een vrouw kunnen ze hier niet mee omgaan.’

Terug naar de notitie. Mijn sterrenbeeld is Leeuw en leeuwinnen zijn jagers, dus ik jaag op wie ik wil. Daarnaast hoop ik dat iedere vrouw van welk sterrenbeeld dan ook dat doet. Als je Tweelingen bent heb je zelfs meer jagers, mochten je persoonlijkheden eens de handen ineen slaan.
Ik word pas je prooi als je me dan nog inhaalt. Wanneer ik van jou onder de indruk ben, als je eenmaal voor me staat. Maar niet in plaats van andersom, want jagen zal ik blijven doen en als zo’n vrouw als ik je afschrikt, dan fuck it. En als ik een keertje eenmalig op je jaag, begin maar niet alvast je ego te strelen, want het betekent niet dat ik je heel laat.

Ik hoor het je bijna zeggen: Maar hoe zit dat dan met dat verhaaltje van daarnet? Over hoe je van hem houdt als hij de deur voor je opent en de rekening betaald. Dat is omdat ik een deel van het verhaal heb weggelaten.

Want toen we elkaar van afstand aankeken, ik even knipoogde en hij lachte, was ik naar hem toegelopen om te zeggen dat hij er goed uitzag. Hij had, na een kort gesprek, mijn nummer gevraagd omdat hij moest gaan. Bij dat restaurant hield hij de deur voor me open, omdat hij simpelweg voorop liep en ik de vorige keer een plek had uitgekozen. Hij koos een fles wijn van de kaart en proefde die, omdat ik zei: ‘Kies maar wat uit’. Hij complimenteerde me, want hij zag dat ik moeite had gedaan en ik had ook torenhoge hakken aan. Hij betaalde de rekening, omdat ik hem de vorige keer te snel af was. We zoende eenmaal op straat, omdat ik hem bedankte en die zoen hoorde daarbij. Hij zei dat we naar zijn huis gingen, omdat ik vroeg: ‘Welke kant gaan we op?’. Hij duwde me daar tegen de muur, omdat we geil waren en hij neukte me, omdat ik tegen hem zei: ‘Neuk me en dit keer niet met woorden!’

Voor sommigen is feminisme een mannenhatend, goor woord, maar feminisme draait om gelijkheid. We haten mannen niet, we houden van ze. We zijn net zo goed de jagers als dat we de prooien zijn. En we houden van manieren, omdat wij die ook hebben. Dat gezegd hebbende: Als je feminisme een goor woord vindt, tuf ik het maar wat graag in je bek.