Het Lief Dagboek, Mercedes Coco

Altijd op de witte strepen: “Hij geloofde niet langer in de lava”

Het was ieder voor zich, steeds weer als ik daar stond. Wachtend op het signaal dat wij mochten, wij als in ik en de mensen die om me heen stonden. Zoals de jongen met het skateboard in zijn handen en oortjes in zijn oren. Oortjes, hoe vaker ik het herhaalde, hoe gekker het klonk. Alsof het miniatuur-oren zijn die je in je oor stopt. Er stond ook een moeder met een kind aan de hand. Ik hoopte dat zij het zouden redden, heelhuids en vooral zonder blaren. Ik vroeg me af of ik hen iets moest zeggen. Het was duidelijk dat er vrijwel niemand oplette, merkte ik op toen ik mijn hoofd over mijn schouder naar links draaide en de boel nauwkeurig scande. Daarna deed ik hetzelfde de rechterkant op. Ik hoopte maar dat hetgeen wat ieder op zijn telefoon las het waard was. En anders, tja eigen schuld, dikke bult. Zoals ik al zei, het was ieder voor zich, eigen verantwoordelijkheid.

Toen sprong plots het licht op groen. Iedereen stond op scherp, de spanning was om te snijden. De eerste stap zou allesbepalend zijn. Ik stopte de tijd en speelde het een tikkeltje langzamer af.

De jongen liet zijn skateboard nonchalant op de grond kletteren. Per toeval op een witte streep, daar had hij geluk mee. Zijn rechterbeen bewoog omhoog, de voet zette hij op het skateboard. Hij lette niet op, ik zag het zo gebeuren. Hij keek de andere kant op, naar een meisje wat daar stond in het bushokje met een kort rokje. Godverdomme, kijk nou naar beneden, schreeuwde ik van binnen. Maar het was al te laat, zijn linkervoet verdween zo in de lava. Ik hoop dat het meisje met het rokje het waard was.

Godver, ik was er bijna geweest. Mijn grote teen smolt weg in de lava. Geen paniek, dacht ik bij mezelf. Het gaat weer weg zodra ik op de volgende witte streep sta. Ik moest mezelf niet zo laten afleiden. Ik was uit mijn concentratie gehaald door de jongen met de oortjes en het skateboard die afgeleid was door het meisje in het korte rokje bij het bushokje. Ik leek wel een amateur. Ik moest me niet zo laten meeslepen in die ene romantische seconde. Het was hier ieder voor zich. Niks een voor allen, allen voor een. Het was ik voor ik.

Ik durfde niet op te kijken, ik was bijna op de helft en iedereen leek al verloren. Het was een slagveld. Zonder te blikken of blozen werden voetstappen rücksichtslos gezet, witte streep of niet. Het deed ze niets.

Ergens geneerde ik me een beetje. Een jonge vrouw die alleen op de witte strepen staat en door de hoogte van mijn hakken hupte ik een stuk minder goed dan op platte schoenen. Ik voelde dat er naar me werd gekeken. Maar alles beter dan me aansluiten bij de mensen die in de lava staan.

Toen ik bijna aan de overkant was, hief ik mijn hoofd omhoog en keek ik een meneer aan. In mijn ooghoek knipperde het licht van groen en sprong op rood. Hij kwam net aanlopen en bleef stil staan, netjes op de stoep. Dat was maar goed ook. Ik moest nog vier strepen naar de overkant en dan had ik het gehaald. Ik keek omhoog en hem weer aan, ik zag een lachje. Mijn ogen werden groot; hoorde hij nog bij de mensen die op de witte strepen staan?
Het lachje verdween uit zijn gezicht, zijn ogen keken naar de grond, maar niet naar de witte strepen.

Mijn hak tikte op de stoep. De witte strepen lagen vanaf nu achter me. Ik had de overkant gehaald, in mijn hoofd vierde ik een klein feestje. Ik zette nog een stap en bleef staan. Enigszins hoopvol, enigszins voelde ik berouw. Toen ik achterom keek, verdween het rode en verscheen het groene licht. De man met wie ik net oogcontact had, zette zijn eerste stap. Het was tevergeefs, mijn hoop verdween. Voor hem was het te laat, hij geloofde niet langer in de lava en zo verloor ik mijn geloof in hem.

Altijd op de witte strepen, dat is de regel. Wat er gebeurt als je niet op de witte strepen staat en je niet langer door de lava aangetast kan worden: om heel eerlijk te zijn, gebeurt er dan niet zoveel. Je voeten verschrompelen niet, je kan je leven nog gewoon leiden. De zon gaat nog steeds op en onder. De wolken zullen wit en soms grijs blijven. Er zal niet zoveel gebeuren, behalve dat je vanaf het moment dat de lava je niets meer doet en je niet langer van witte streep op witte streep moet springen, vanaf dat moment saai, gewoontjes en bovenal volwassen wordt.