‘20.00, Café de Paris’
‘Wat heb ik hier nou aan?’ zei ik hardop, terwijl ik staarde naar het tekstwolkje op mijn telefoon. Ik zat op de rand van mijn bed voor mijn openstaande kledingkast, voornamelijk gevuld met zwarte stoffen. De telefoon in mijn hand gooide ik, onbedoeld en net iets te hard, naast mijn bed. Begrijp me niet verkeerd, het was een lief berichtje. Maar hey, waar was de mannelijke drang om indruk te maken gebleven?
Met andere woorden: Waarom voelden mannen zich binnen no time dusdanig op hun gemak dat ze de voordeur open deden in een korte broek met hoge sokken, terwijl ik daar stond met fucking foundation op mijn gezicht en sexy lingerie onder mijn zorgvuldig uitgekozen kleding?
Terwijl ik nadacht over deze door mijzelf bedachte levensvraag, stond ik op en zocht de grond af naar een bh. Ik had de gewoonte mijn Ctjes bij thuiskomst direct te ontbinden en een willekeurige richting op te gooien. Toen ik deze van de grond plukte en aantrok, kwam ik er achter dat mijn buurman zojuist voor de zoveelste keer mijn boezem had kunnen bekijken, terwijl hij een peuk rookte op zijn balkon. Het scheelde dat hij al ijsberend, verhit door zijn telefoon sprak. Jammer voor hem, want mijn tieten waren een stuk leuker dan zijn gesprek, aan zijn gezicht af te lezen.
Ik keek naar mezelf en mijn donker paarse elleboog in de spiegel op mijn make-up tafel, ofwel tafel bezaaid met spullen, papieren en benodigdheden die ik verzamelde tijdens mijn dagelijks bestaan, waaronder make-up. Afgelopen weekend had ik op ludieke wijze een geparkeerde auto gekopt toen ik van mijn fiets vloog. Wonderbaarlijk genoeg had ik daar enkel deze feestelijk gekleurde elleboog aan overgehouden. En een zwart gat in mijn geheugen. Ik had die nacht namelijk als 24 jarige vrouw lopen kotsen op het huisfeestje van een vriend – nog sorry, vriend – van de 29 jarige man die ik aan het daten was. Ja, die man die mij net dat berichtje stuurde, terwijl ik met ontbloot bovenlijf op mijn bed zat. En tevens de man die mij diezelfde nacht nog stuurde dat hij hoopte dat alles goed met me ging en dat hij het hoe dan ook fijn vond om me te zien. Hij vond het fijn om me te zien terwijl ik aan het kotsen was op het huisfeestje van een vriend van hem.
Ik keek mezelf en mijn elleboog schuldbewust aan. Ik had wat goed te maken, dat was duidelijk. Tegelijk wilde ik hem en zijn hoge sokken van de bank trekken en op avontuur meenemen in onze geliefde hoofdstad. Het scheelde een hoop dat ik op het gebied van daten net zo gevorderd was als een Chinees op het gebied van individueel de Zaanse Schans verkennen. Een etentje om 20.00 op een dinsdag avond in Café de Paris aan het Rokin was voor mij avontuur zat in de wondere wereld van daten. De laatste keer dat ik met een man was gaan eten was drie jaar geleden en toen besloten we er een punt achter te zetten. Op Valentijnsdag.
‘Zo!’ zei ik, een beetje te trots, tegen mezelf. De eerste stap was gezet. Vastbesloten om deze prins eens te laten zien dat er meer in het leven was dan zijn woonkamer, gooide ik eerst de halve inhoud van mijn kledingkast op mijn bed. Zou er ooit een moment in mijn leven komen dat ik wél wist wat ik aan moest trekken? Het resulteerde in een outfit met ontblote schouders en een broek met zulke wijde pijpen dat mijn schoenen niet te zien waren. De kleur hoef ik je ondertussen niet meer te vertellen.
Door de jaren heen had ik in mijn gedachten geprent dat ik handelingen kon uitvoeren met de gemiddelde snelheid van de mens. Helaas kwam ik er keer op keer achter dat ik zelfs daar niet aan voldeed, wat ervoor zorgde dat ik in de laatste vijf minuten voor vertrek eerder iets weghad van het neurotische witte konijn dan van de baldadige Alice.
Het was 19.55 toen ik het naar de Franse hoofdstad vernoemde restaurant in haastte. De gastheer begeleidde me door de gezellige drukte naar de tafel voor twee, waarna hij me vroeg wat hij voor me kon inschenken.
‘Een droge witte wijn, geen Chardonnay, alsjeblieft.’ Mijn ingewanden bleven deze keer netjes op hun plek, maar gezien ik deze er afgelopen weekend in zijn bijzijn al had uitgegooid, waren mijn zenuwen niet geheel overbodig.
Ik pakte mijn telefoon en nam de cijfers die er stonden in me op. Krijg nou wat! Ik, Mercedes Coco Huis, zat precies om 20.00 in Café de Paris. Dit vroeg om een high five met mezelf. Uiteraard kwam de gastheer net met mijn glas Niet Chardonnay aan lopen, terwijl ik mijn handen tegen elkaar sloeg als compliment voor mijn prestatie. Hij zette het gevulde glas neer, ik bedankte hem en verzond het berichtje wat ik zojuist getypt had.
Weet je nog die rode supermaan die in september 2015 te bewonderen was? Die pas in 2029 weer te bewonderen zou zijn? Dit was vergelijkbaar met de uitzonderlijkheid van deze escapade van mij.
Ik legde mijn telefoon in mijn tas en nam vervolgens een slokje van mijn welverdiende wijn. In mijn ooghoek zag ik een lang, aantrekkelijk gedaante aan komen lopen.
‘Hey!’ klonk de bekende mannenstem. We keken elkaar aan. God-ver-domme, wat zag hij er goed uit.
Na drie flessen droge witte wijn, overheerlijke gerechten en eindeloze gesprekken vroeg de serveerster of ze onze lege glazen nogmaals kon vullen. Onze blikken kruisten elkaar.
‘Nee, dank je. We gaan nog even ergens anders wat drinken.’ antwoordde hij.
‘Mogen we de rekening, alsjeblieft?’ vulde ik hem aan.
‘Ja, natuurlijk.’ zei de serveerster, terwijl ik opstond.
Mijn hand, en bijna achtervolgend mijn hoofd, verdween in mijn tas. Ik probeerde kalm te blijven, mijn portemonnee bevond zich ergens in deze zwarte tas. Ergens in deze gigantische, onverantwoordelijk grote hutkoffer. In godsnaam wat had ik hier allemaal in zitten? Het voelde net zo oneindig als het hol waar Alice in flikkerde toen het hele sprookje begon. Het zou me niks verbazen als ik haar straks aan haar kous uit mijn tas trok met mijn portemonnee in haar klauwen.
Godzijdank vond ik dat kolere ding en had ik tot dusver de ogen van de man nog kunnen ontwijken. Met een huppeltje snelde ik achter de serveerster aan.
‘Pinnen?’
‘Ja, graag.’
Ik rekende af, propte het bonnetje in mijn achterzak en liep terug naar de tafel, waar de man met wie ik zojuist had gegeten mij nog steeds aan keek.
‘Dit is me echt nog nooit overkomen.’ zei hij verbaast.
In mijn gedachten maakte ik tien radslagen, een salto en gaf ik mezelf de allerbeste high five ooit gegeven, maar ter plekke zei ik: ‘Eens moet de eerste keer zijn.’ AS COOL AS A MOTHERFUCKING CUCUMBER, al zeg ik het zelf.
We liepen samen naar buiten de kou in, waar hij zijn arm om me heen sloeg en me een kus gaf.
‘Dank je voor vanavond, maar de eerstvolgende vier keer betaal ik!’
‘Dat zullen we nog wel zien, vriendje.’
En of we dat nog wel eens zouden zien, maar nu eerst seks. Welverdiende seks.